Persoonlijk betekenis

soon·lijk die of dat bij een bepaalde persoon hoort Voorbeeld: 'persoonlijke bezittingen' Synoniem: eigen iets persoonlijk afgeven (zelf iets afgeven, dus niet het laten doen) Synoniemen: eigen individueel subjectief zelf onpersoonlijk (antoniem) Intensiveringen. PERSOONLIJK - English translation of PERSOONLIJK from Dutch from the Dutch-English Dictionary - Cambridge Dictionary. Persoonlijk betekenis persoonlijk, eigen bn: zelf vn: She gave the matter her personal attention. personally adv (as a person) persoonlijk bw: Ann likes Julie personally, but finds her difficult to work with. personal adj (close) persoonlijk, hecht bn: We have had a personal working relationship for the last ten years. personally adv (to heart) persoonlijk bw.

Definitie persoonlijk

soon·lijk die of dat bij een bepaalde persoon hoort Voorbeeld: 'persoonlijke bezittingen' Synoniem: eigen iets persoonlijk afgeven (zelf iets afgeven, dus niet het laten doen) Synoniemen: eigen individueel subjectief zelf onpersoonlijk (antoniem) Intensiveringen. s oo n·lijk (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1 behorend tot of betrekking hebbend op een bep. persoon 2 door iem. in persoon uitgevoerd: een persoonlijk onderhoud hebben met iem. 3 iemands persoon betreffend: persoonlijke vrijheid; persoonlijk worden beledigende opmerkingen maken 4 tegenstelling van zakelijk: persoonlijke en zakelijke.

Definitie persoonlijk persoonlijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: per-soon-lijk 1. van of voor iedere persoon afzonderlijk ♢ ze geven hem veel persoonlijke aandacht 2. wat met een bepaalde persoon te maken heeft ♢.

Persoonlijk synoniem

Woorden die (ongeveer) hetzelfde betekenen als ‘persoonlijk’, met toelichting en mogelijkheden om verder te zoeken. soon·lijk die of dat bij een bepaalde persoon hoort Voorbeeld: 'persoonlijke bezittingen' Synoniem: eigen iets persoonlijk afgeven (zelf iets afgeven, dus niet het laten doen) Synoniemen: eigen individueel subjectief zelf onpersoonlijk (antoniem) Intensiveringen. Persoonlijk synoniem Synoniemen van persoonlijk. eigen; individueel; subjectief; zelf; Puzzelomschrijvingen van persoonlijk: Bijwoord; Eigen; In eigen persoon; Individueel; Intiem; Particulier; Privaat; Privé; Subjectief; Zelf; Cryptische omschrijvingen van persoonlijk: Privé is nogal subjectief; Stoffelijk overschot.

Individueel betekenis

biedt acht verschillende definities van het bijvoeglijk naamwoord individueel, afkomstig van diverse bronnen. Het woord betekent vooral afzonderlijk, los of persoonlijk. individueel - English translation of individueel from Dutch from the Dutch-English Dictionary - Cambridge Dictionary.

Individueel betekenis Betekenis: • Wat betrekking het op 'n enkele individu of ding (en nie die groter kollektief nie). Gebruik: • 'n Slak kan sy eiers individueel of in groepe lê. Wisselvorm: • indiwidueel Sinoniem: • afsonderlik • persoonlik Vertaling: Engels: individual Nederlands: individueel Laat weet asb as die inskrywing foute bevat of verder.

Privé betekenis

1) •`alleen predicatief` voor persoonlijk gebruik gereserveerd. (2) wat met een bepaalde persoon te maken heeft vb: wat ik verdien, dat is privé Syn. 1 pr i vate (zelfstandig naamwoord) 1 soldaat, militair 2 pr i vate (bijvoeglijk naamwoord) 1 besloten, afgezonderd: private celebration viering in familiekring; private hotel familiehotel 2 vertrouwelijk, geheim: private conversation gesprek onder vier ogen; in private in het geheim 3 particulier, niet openbaar: private enterprise particuliere.

Privé betekenis Wat is de betekenis van Privé? Op Ensie, Encyclopedie sinds , vind je 20 betekenissen van het woord Privé. Door experts geschreven.