Term vaste betekenis
1. in zijn delen sterk samenhangend, niet los: dat hout is nogal vast; vast deeg, stijf ineengewerkt; vaste kaas, droge kaas; een vaste rots; (bouwk.) vaste grond, waarin een fundering op staal kan worden toegepast; (de) vaste grond onder de voeten hebben; de vaste wal, in tegenstelling met de zee: het vaste land. Antoniemen: vrij, los muurvast (heel vast) 2) stevig Voorbeeld: 'vast in het zadel zitten' Antoniem: onvast met vaste hand schrijven (schrijven zonder te beven) 3) onveranderlijk V Gevonden op
- Term vaste betekenis De kast heeft vaste planken. De vaste verbinding moest met een zaag weer losgemaakt worden. Leg dit op een vaste plek. (natuurkunde), stevig [1], niet zomaar van vorm veranderend, niet fluïde. Een vaste stof. permanent. Er is een vaste oeververbinding, zodat auto's makkelijk op en neer kunnen rijden.
Vaste definitie
Antoniemen: vrij, los muurvast (heel vast) 2) stevig Voorbeeld: 'vast in het zadel zitten' Antoniem: onvast met vaste hand schrijven (schrijven zonder te beven) 3) onveranderlijk V Gevonden op vast (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord; vergrotende trap: vaster, overtreffende trap: meest vast) 1 samenhangend, niet los 2 niet vloeibaar of gasvormig: vaste stoffen 3 niet beweegbaar; = vastzittend: vaste wastafels aan de muur bevestigd; een vaste telefoon aangesloten op een kabelnetwerk, niet mobiel 4 niet verplaatsbaar: vaste goederen.- Vaste definitie De kast heeft vaste planken. De vaste verbinding moest met een zaag weer losgemaakt worden. Leg dit op een vaste plek. (natuurkunde), stevig [1], niet zomaar van vorm veranderend, niet fluïde. Een vaste stof. permanent. Er is een vaste oeververbinding, zodat auto's makkelijk op en neer kunnen rijden.